Over het museum

Geschiedenis van het pand

op de plek waar nu het pand Tuingracht 13 staat heeft een lange geschiedenis. Al meer dan drie eeuwen staat er een gebouw dat op een of andere manier een maatschappelijke functie heeft vervuld. In 1700 wordt in een document van de Vroedschap gesproken over een ‘Aalmoeseniershuys’, een thuis voor kinderen, behoeftige weduwen en ouden van dagen. Het was in die tijd gebruikelijk jonge kinderen te laten werken. Zo konden bijvoorbeeld de bewoners van de Tuingracht op advies van de Vroedschap een jongen uit het aalmoezeniershuis inzetten voor het ontsteken en doven van de straatlantaarns. De weesjongens werden o.a. ingezet bij het hekelen van hennep. Daarom werd tot 1729 van de weesvader geëist dat hij toezicht hield op het werk en dus zelf ook het hekelen onder de knie had.

In 1733 werd het in de Rietbuurt gevestigde weeshuis opgeheven en de wezen verhuisden naar de Tuingracht. Vanaf dan is er sprake van het ‘Gemeene wees- en armenhuis’. Pas in 1965 kwam daar verandering in. Door de invoering van de Algemene Bijstandswet verloor het armenhuis zijn functie. Daarna is het door de gemeente kosteloos ter beschikking is gesteld aan het Witte Kruis afdeling De Rijp voor het zuigelingen- en consultatiebureau. De laatste eigenaar was Thuiszorg.

Van 1938 tot 1960 werd de eerste verdieping door het Oudheidkundig Genootschap De Rijp gebruikt voor het onderbrengen van een historische collectie. Het genootschap is de voorloper van het huidige Museum In ’t Houten Huis.

Van 1938 tot 1960 werd de eerste verdieping door het Oudheidkundig Genootschap De Rijp gebruikt voor het onderbrengen van een historische collectie. Het genootschap is de voorloper van het huidige Museum In ’t Houten Huis.

Bij de restauratie en nieuwbouw, die in 2003 gereed kwam, werd achter het bestaande pand (een Rijksmonument) een flinke uitbreiding gebouwd. Het nieuwe gedeelte bevat een geconditioneerd depot, een ruimte voor tijdelijke exposities en een werkruimte.

Op verschillende plekken in het gerestaureerde deel is de oorspronkelijke houten constructie nog duidelijk zichtbaar.

Rijksmonument

Het pand aan de Tuingracht is een van de ca. 120 monumenten in het dorp. De bestemming als museum maakt het voor het geïnteresseerde publiek aantrekkelijk om niet alleen naar de prachtige gevels te kijken, maar ook naar de unieke collectie binnen de muren.

De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed heeft het pand als volgt beschreven: “Wees- en Armenhuis. Grotendeels houten gebouw met aan de straatzijde een overkragende pakhuisverdieping boven een bakstenen pui en daarboven een topgevel met uitgeschulpte windveren. Links een lagere aanbouw met lessenaarsdak aan de straatzijde afgesloten door een bakstenen gevel met vlechtingen. Inwendig een schouw met tegeltableau”.

De boven beschreven opsomming zou nog aangevuld kunnen worden, want architect Cornelis de Jong heeft, tien jaar terug, het oorspronkelijke Gemeentelijk Wees- en Armenhuis met passende ver- en aanbouwen omgevormd tot een aantrekkelijk museum.
In een filmzaaltje krijgt u een korte blik in de historie van de dorpen van het Schermereiland. Kijk verder naar tegels en gebruiksaardewerk, Rijper bouwkunst met houten huizen, de windveren en makelaars, de haringvisserij, de walvisvaart, brandweerattributen, een torenuurwerk, maquettes, enz.; een unieke vaste collectie!